LIFE: voor het behoud en herstel van Natura 2000-gebieden
LIFE is een groot Europees subsidieprogramma. Het is onder andere gericht op het behoud en herstel van belangrijke Natura 2000-gebieden: het Europese netwerk voor natuurgebieden.
Het project is genoemd naar twee iconische soorten: Nardus stricta (borstelgras) en Limosa limosa (grutto). Deze waren min of meer karakteristiek voor het oorspronkelijke gevarieerde Kempische heidelandschap waar dit project wordt uitgevoerd.
Het grensoverschrijdende project Nardus & Limosa heeft in 2019 voor 6 jaar geld gekregen van LIFE, voor natuurherstel van onze natuurgebieden Regte Heide, het Riels Laag en de Roovertsche Heide. Ook in terreinen in Vlaanderen, in de omgeving van Turnhout wordt met deze subsidie gewerkt aan natuurherstel. De provincie Noord-Brabant draagt daarnaast ook financieel bij aan de herstelactiviteiten van de genoemde natuurgebieden van Brabants Landschap.
Doelstellingen
Voor de Natura 2000 gebieden zijn belangrijke instandhoudingsdoelstellingen geformuleerd. Bekijk deze op de website van Natura 2000: Regte Heide en Riels Laag en Kempenland-West.
Heischrale graslanden en weidevogels
Tot het begin van de vorige eeuw werden in de Kempen weidevogels aangetrokken door de uitgestrekte heides en heischrale graslanden. Doortrekkende vogels gebruikten het landschap als rustplaats en foerageergebied. Soorten als grutto, wulp en kievit vonden er hun broedplaatsen in het gras. Wat we nu kennen als “weidevogels”, waren in die tijd typische “heidevogels”.
Sinds de ontginning van de graslanden in de eerste helft van de vorige eeuw, is er van de oorspronkelijke heischrale graslanden weinig overgebleven. Deze kleine stukken van voedselarme habitats waren onvoldoende om weidevogelpopulaties te blijven herbergen. De vogels zijn echter niet verdwenen, maar pasten zich aan de extensieve landbouwgraslanden aan.
Heidevogels werden weidevogels. Bij het intensiever worden van de landbouw, vooral door steeds vroeger maaien van de graslanden, waren in de tweede helft van de vorige eeuw ook de landbouwgraslanden niet meer geschikt voor de weidevogels.
Zowel voor weidevogels als voor heischrale graslanden zijn dus tegenwoordig veel inspanningen nodig om ze te behouden en herstellen. Voor heischrale graslanden betekent dat het verwijderen van nutriënten om weer een arme bodem te krijgen. Voor weidevogels wordt een aangepast weidevogelbeheer gevoerd. Dat bestaat uit een lichte bemesting met stalmest om zo een maximale hoeveelheid bodemleven te verkrijgen en grote weidevogelpopulaties op een beperkte oppervlakte te kunnen onderhouden.
Nardus en Limosa
In LIFE Nardus & Limosa wordt voor allebei gegaan. We streven naar herstel van grote oppervlaktes heischrale graslanden, waar weidevogels in lagere dichtheden kunnen voorkomen en dus de volledige populatie behouden blijft of zelfs toeneemt. De grote uitdaging daarbij is om tijdens het proces de weidevogels niet te verliezen door verstoring of gebrek aan voedsel.
Meer achtergrondinformatie
Tijdlijn
Steenmeel helpt bij bodem- en natuurherstel
In week 49 (5-11 december) starten Brabants Landschap en Bosgroep Zuid Nederland met het verspreiden van steenmeel op de Rovertsche Heide in Esbeek. Dit wordt met een helikopter uitgevoerd en tijdens de uitvoering is de Rovertsche Heide tijdelijk afgesloten voor bezoekers. Het exacte moment is afhankelijk van de weersomstandigheden.
Het verspreiden van steenmeel (gemalen steen) is nodig om de bodem te helpen herstellen. Deze is ernstig verzuurd door stikstof uit de lucht die in de bodem is terecht gekomen (stikstofdepositie). Dat heeft ernstige gevolgen voor planten en dieren. Steenmeel helpt de mineralen weer met elkaar in balans te brengen, zodat de bodem beter kan functioneren. De biodiversiteit neemt daardoor toe en de natuur wordt weerbaarder tegen stikstofdepositie en klimaatverandering. Zo krijgen belangrijke dieren en planten weer alle kansen.