Op het provinciehuis in ’s-Hertogenbosch vond op woensdagavond 12 maart de Jaaravond weide- en akkervogelbescherming plaats. Ruim 300 vrijwilligers, agrariërs, beleidsmakers en andere geïnteresseerden luisterden naar de terugblik op het afgelopen beschermingsseizoen. Directeur Joris Hogenboom trapte de avond af: “30 jaar geleden werd het beschermingsnetwerk opgericht vanwege de bittere noodzaak. Dankzij het harde werk van vrijwilligers kunnen Brabanders genieten van al het moois buiten, daar waar de weidevogel zit.”
Jaaravond weide- en akkervogelbescherming Brabant 2025
Intensive care voor weidevogels
In de samenwerking met allerlei partijen – Brabants Landschap, vrijwilligers, boeren, agrarische collectieven en de provincie Noord-Brabant – wordt er alles aan gedaan om weidevogels als kievit, grutto en wulp te behouden in het Brabantse buitengebied. “Ik zie het als een intensive care”, zegt Joris Hogenboom, “De noodzaak om de boerenlandvogels te helpen is nog steeds groot. Het is wrang om te constateren dat we ondanks alles de neergaande trend nog niet hebben kunnen keren. In al die jaren beschermingswerk zijn er steeds meer hulpmiddelen bij gekomen om die intensieve zorgen uit te kunnen voeren; drones, warmtebeelden, meer regelingen en niet in de laatste plaats de vele vroege uren ‘aan het bed’ door de vrijwilligers in het veld.”
Het mooiste jaargetij
Ook Hagar Roijackers, gedeputeerde Natuur, Milieu en Aanpak Landelijk Gebied, erkent de vroege uren van de vrijwilligers. Nadat ze het jaarverslag van 2024 uit handen van Joris Hogenboom ontving, sprak ze de honderden aanwezigen toe. “Welkom in het mooiste jaargetij, de tijd waarin alles weer opnieuw begint en jullie naar buiten gaan om die weidevogels te beschermen. Ieder jaar ben ik weer onder de indruk van de deskundigheid en hartverwarmende inzet van de steeds groter wordende groep vrijwilligers. Als bestuurder doe ik mijn uiterste best om jullie werk mee mogelijk te maken, en de goede plannen uit te rollen. Het geeft mij goede moed als ik langs weidevogelgebieden kom en zie wat er wel mogelijk is.”
Resultaten en hoogtepunten
Na de lovende woorden van de gedeputeerde stonden soortencoördinator Fien Oost en soortenmedewerker Lisa van den Biggelaar op het podium van de Bar le Duc-zaal in het provinciehuis. Vol enthousiasme toonden zij de ene na de andere foto van het afgelopen beschermingsseizoen. Foto’s van laarzen die vast bleven zitten in de modder, foto’s van ondergelopen legsels, van bijzondere vondsten en van steeds weer lachende vrijwilligers. In de zaal gonsde het van herkenning, iedereen had immers wel een verhaal over het zeer natte jaar. 2024 leverde daardoor ook bijzondere resultaten op. Waar de kievit het normaal ‘beter doet’ op de vochtige kleigronden, was het dit jaar andersom. Op de kleigronden spoelden de legsels door overmatige nattigheid weg, terwijl de kieviten het op de zandgronden veelal juist precies vochtig genoeg vonden.
Bij het opsporen van de legsels werden in moeilijke gevallen de droneteams van Brabant ingeschakeld. In hun eerste jaar hielpen ze al meerdere groepen bij het lokaliseren van onder meer legsels van de wulp. Helaas ging het met de wulp minder goed in het afgelopen seizoen. Waar er van de wulp in 2023 nog ruim 120 legsels werden gevonden, waren dat er in 2024 maar 86. Niet alleen de nattigheid, maar ook predatie door onder meer de vos en roofvogels zorgden voor deze daling.
Welkom grutto
De jaaravond is ook altijd dé plek waar de aanwezigen worden geïnspireerd. Dit jaar was daarvoor Bote de Boer uitgenodigd. Deze Friese melkveehouder en weidevogelboer – bekend van de documentaire ‘Vogels kun je niet melken’ – vertelde passievol over de balans die hij op zijn bedrijf heeft gevonden. Zijn aanpak inspireerde zijn omgeving om ook steeds meer agrarisch natuurbeheer toe te passen. Zodoende heeft hij jaarlijks meer dan 100 gruttolegsels op zijn percelen. “Het kwettert en snettert met elkaar in 27 soorten gruttotalen, ze kletsen de oren van je kop. Maar wat is het mooi dat die insectenranden, het mozaïekbeheer en de plasdrassen al deze grutto’s hier naartoe lokken. De gezonde bodem zit vol leven en dat is goed voor koe en vogel. En als het goed gaat, dan krijg je andere boeren ook mee. Dat voelt als een schouderklopje en ook dat is af en toe fijn.”
Kansen voor de Kievit XXL
Die honderden grutto’s zitten er in Brabant nog niet, maar kievitprovincie zijn we nog wel. Om dat zo te houden komt er dankzij de provincie een nieuwe impuls voor de bescherming van deze zwart-witte vogel met zijn kenmerkende kuif. ‘Actieplan Kievit’ is op de jaaravond gepresenteerd en is een Kansen voor de Kievit XXL. Door de financiële inbreng van de provincie zijn er straks nog meer mogelijkheden voor subsidies aan agrariërs die onder meer vernattingsmaatregelen willen nemen en braakstroken willen aanleggen, plasdraspompen nodig hebben, en die kruidenrijk grasland willen inzaaien. Monitoring op deze maatregelen is van groot belang zodat maatwerk kan worden geleverd. Het actieplan biedt begeleiding van papier tot perceel. Vrijwilligersgroepen die mee willen werken aan het Actieplan Kievit en die agrariërs kennen die de subsidiemogelijkheden goed kunnen gebruiken om overstag te gaan, kunnen zich melden bij soortencoördinator Fien Oost. 2025 wordt gezien als het jaar om te inventariseren zodat in 2026 het plan daadwerkelijk in uitvoering kan gaan.
Vrijwilliger van het jaar
De jaaravond werd ter goeder gewoonte afgesloten door de uitreiking van de oorkonde het Gouden Ei aan de vrijwilliger van het jaar. Guïljo van Nuland, voorzitter van Brabants Landschap, nam de zaal in zijn toespraak mee naar het gebied van de Hilver, nabij Moergestel. Daar is vrijwilliger Peer Busink zeer actief om allerlei soorten vogels te beschermen, waaronder ook de weidevogels in het gebied. Peer is mede verantwoordelijk voor de oprichting van de weidevogelbescherming in Zuidoost Brabant. De voorzitter van de natuurgroep Vereniging Natuur en Milieu is al sinds 1992 betrokken bij het lot van de weidevogels in de regio tussen Dommelen en Diessen. Jaarlijks voert hij inventarisatiewerkzaamheden, educatie-activiteiten en veldbegeleiding van vogeltellers onvermoeibaar uit. Hij spreekt de taal van de terreinbeherende organisaties zoals Brabants Landschap én de taal van agrariërs uit de omgeving. Hij is kritisch op beleid en stelt zijn kennis en ervaring graag ter beschikking. “Maar”, zo zegt hij zelf, “vrijwilligerswerk doe je niet alleen. En we zijn ook niet van plan om te stoppen. Vrijwilligers als ogen en oren in het veld zijn absoluut nodig.”