Deze week werd een tweede van het vijftal jonge ‘kantooruilen’ opgegeten door zijn broers en zussen. Dat is opvallend, want de kerkuilen in Haaren stonden op het punt van uitvliegen en hadden de kast zelfs al verlaten. Dat kerkuilen elkaar opeten wordt vaker vast gesteld, maar dan vooral op jongere leeftijd, waarbij de kleinste het slachtoffer wordt. Daarom hier wat uitleg over dit voorval.
Een tweede van het vijftal jonge ‘kantooruilen’ opgegeten
Leeftijdsverschil
Een gemiddeld broedsel bij de kerkuil bestaat uit 4 eieren en 3 uitgevlogen jongen. Afhankelijk van het muizenaanbod legt het vrouwtje veel (tot wel 8) of weinig eieren. Het broeden begint al vanaf het eerste ei. Heel anders dan bij weidevogels, die pas beginnen met broeden als het legsel compleet is. Dat kerkuilen direct beginnen met broeden heeft tot gevolg dat de kuikens telkens met 1-2 dagen tussenpozen uit het ei kruipen. Bij het broedsel van de ‘kantooruilen’ in Haaren zat er 8 dagen verschil tussen het uitkomen van het eerste en het vijfde ei. Hierdoor had het eerste jong een voorsprong op zijn broertjes en zusjes. Hij is ouder en sterker en kan als eerste voedsel opeisen bij z’n ouders. De kleinste krijg pas eten als de oudere verzadigd zijn. Al een week na z’n geboorte bezweek de jongste en belandde in de maag van de anderen. Het jong werd dus niet gedood door z’n soortgenoten, waardoor het feitelijk geen échte vorm van kannibalisme is.
Onverwacht
Afgelopen week gebeurde er iets wat we niet meer verwacht hadden. Terwijl op de webcam al te zien was dat de uilen ’s nachts de nestkast verlieten en ’s ochtends soms op de balken in de kapschuur werden aangetroffen, liep het toch niet goed af met één van de pubers.
Op de camerabeelden was te zien hoe de verzwakte uil zat te dommelen in de nestkast en na een paar stuiptrekkingen omviel. Dat was rond 4:00 uur in de vroege ochtend. Kort daarna kwamen de overgebleven 3 anderen de kast weer in en wisten eerst niet goed raad met hun dode broertje. Na een uur begon één van de jongen te plukken aan de nek van de dode uil. In de uren daarna werden alle andere eetbare delen vakkundig opgegeten.
Honger
Heftig om te zien, maar duidelijk is dat niets in de natuur verloren gaat. Inmiddels heeft Fien Oost de resten van de dode kerkuil uit de kast gehaald en het ringnummer afgelezen. Het bleek niet de jongste, maar de oudste van het stel te zijn! Ringer Anita van Dooren heeft hem op 11 juni gewogen en gemeten en met een gewicht van 305 gram was hij de één na lichtste, maar daarmee zeker niet mager.
Door dit voorval komen we er nu achter dat zelfs bij kerkuilen die op het punt van uitvliegen staan, nog sterfte kan optreden. In de kast werden geen mijten of luizen aangetroffen. Daarom vermoeden we dat uil ‘5.591.301’ omgekomen is door honger. Het zou ook verklaren waarom hij al binnen een uur werd opgegeten door z’n familieleden. Ook buiten de nestkast is het waarschijnlijk een strijd wie als eerste de prooien van de ouders weet te bemachtigen. Als er weinig muizen worden aangevoerd, verhongert de zwakste.
Nestkasten
In Brabant broeden jaarlijks zo’n 500 paartjes kerkuilen. Met landelijk zo’n 4.000 broedparen is dat ruim 12% van de Nederlandse populatie. In muizenrijke jaren en na zachte winters kan dit aantal in onze provincie oplopen tot boven de 600. In mindere jaren zakt het tot 300 broedgevallen. Verreweg de meeste broedsels (>97%) worden in nestkasten aangetroffen. Een netwerk van vrijwilligers en ‘gastgevers’ zorgen voor de plaatsing en het onderhoud van deze nestkasten en creëren waar mogelijk geschikt biotoop voor de uilen. Ons project ErvenPlus levert hier een extra bijdrage aan.
Helpen?
Wil je als vrijwilliger meehelpen met de bescherming van uilen en andere erfvogels? Stuur dan een e-mail naar Lisa van den Biggelaar: lvandenbiggelaar@brabantslandschap.nl.