In het plantseizoen november 2023 - maart 2024 werkten we onder meer in de Dommelbeemden, op Mattemburgh en op de Pannenhoef aan de aanplant van bos, struweelhagen en andere landschapselementen. In totaal werd er X hectare aangeplant. Lees hieronder meer over de verschillende locaties.
De Dommelbeemden
In de Dommelbeemden werd in totaal een oppervlakte van circa 5,57 hectare aan bos en landschapselementen aangeplant. De meeste percelen zijn aangeplant met bosstroken.
- In deelgebied 1 is 1,57 ha bos aangeplant. In dit gebied worden ook struweelhagen aangelegd, met een oppervlakte 0,19 ha. Deze sluiten aan op de bestaande landschapselementen en bij de historische situatie.
- In deelgebied 2 werd in totaal 2,64 ha bosstroken en -vakken aangeplant
- In deelgebied 3 zijn 3 bosstroken aangeplant, met een oppervlakte van in totaal 1,14 ha
De bosstroken zijn aangeplant met voornamelijk loofbomen en-struiken. Soorten die aansluiten bij de soorten in beekdal (met stromend water), zoals zwarte els, Gelderse roos, zachte berk en wilde lijsterbes. De struweelhaag is voornamelijk aangeplant met inheemse struiken met af en toe een boom, zoals grauwe wilg, hazelaar, hondsroos en rode kornoelje.
Door de aanplant van het bos en de struweelhagen ontstaat een kleinschaliger landschap met geleidelijke overgangen en meer variatie en structuur. Hierdoor is er een groter voedselaanbod en zijn er veel nest- en schuilmogelijkheden. Van deze inrichting profiteert een groot aantal soorten, voornamelijk (struweel)vogels, vlinders en insecten, amfibieën en kleine zoogdieren.
Enkele specifieke doelsoorten van het gebied Dommelbeemden die profiteren van een gevarieerd landschap met bossen, singels en struwelen zijn: grote weerschijnvlinder, de kamsalamander en de das.
Het bos is aangeplant met een mantel-zoom rand. Hierdoor ontstaan geleidelijke overgangen naar de boskern en het bestaande bos en dit creëert luwten voor insecten, amfibieën en kleine zoogdieren. De aanplant van struweelhagen zorgt ook voor meer verbindingen, structuur en lijnvormige elementen, waarlangs diverse diersoorten zich kunnen verplaatsen en voedsel zoeken.
Voor een goede ontwikkeling van bos wisselen we op perceelniveau af in plantafstanden. Hierdoor geven we ruimte aan natuurlijke processen en kunnen zaad-vermeerderende bomen zoals berk en wilg zich spontaan vestigen. Het resultaat is een natuurlijker bosbeeld door variatie in structuur en levensfase van de aanplant. Ook de ontwikkeling van braam wordt gestimuleerd.
Dood hout blijft liggen of staan, zo ontstaan er extra open plekken en wordt natuurlijke verjonging gestimuleerd. Soorten die profiteren van dood hout zoals diverse paddenstoelen, (korst)mossen en insecten kunnen hier hun leefgebied vinden.
Mattemburgh
Het projectgebied maakt onderdeel uit van landgoed Mattemburgh. In dit project is een oppervlakte van circa 2,66 hectare nieuwe landschapselementen aangeplant.
Een deel van de percelen is aangeplant met een mantel-zoomvegetatie: een rand van lagere bomen en struiken tegen de bestaande bosranden. Daarnaast worden struweelhagen geplant, waardoor een kleinschalig landschap ontstaat. De beplanting bestaat uit niet-hoog opgaande beplanting met struiken en lage bomen. Vooral bes- en nootdragende soorten worden gebruikt, wilde appel, sporkehout en wilde lijsterbes. Er zijn alleen inheemse bomen en struiken toegepast, passend bij de bodem en omgeving.
Door de aanplant van de mantel-zoomvegetatie en de struweelhagen ontstaat er meer variatie en structuur. Hierdoor zijn er veel nest- en schuilmogelijkheden en ontstaat een groter voedselaanbod. Van deze inrichting profiteert een groot aantal soorten, voornamelijk (struweel)vogels, insecten, kleine zoogdieren en amfibieën. Enkele specifieke doelsoorten van het gebied die profiteren van het kleinschalig agrarisch landschap in dit gebied zijn: patrijs, kwartel en roofvogels, waaronder wespendief. De lijnvormige elementen zijn vliegroutes voor diverse vleermuissoorten die op Mattemburgh voorkomen, waaronder baardvleermuis en franjestaart. Kleine marterachtigen hebben baat bij een kleinschalig landbouw- en natuurgebied, zoals de wezel.
De Pannenhoef
In dit project is in totaal een oppervlakte van circa 0,28 hectare nieuw bos en landschapselementen aangeplant.
- Op een perceel zijn drie zijden van het akkertje beplant met een singelstruweelhaag, met een oppervlakte van circa 0,11 ha.
- Het andere perceel is aangeplant met bos, met een oppervlakte van 0,17 ha
De aanplant en beheer van singels en struweelhagen zorgt voor verbindingen met het bestaande bos. Het struweel creëert luwten voor insecten, amfibieën en kleine zoogdieren. Langs deze lijnvormige elementen, kunnen diverse diersoorten zich verplaatsen en voedsel zoeken.
Voor een goede ontwikkeling van bos wisselen we op perceel niveau af in plantafstanden. Hierdoor geven we ruimte aan natuurlijke processen en kunnen zaad-vermeerderende bomen zoals berk en wilg zich spontaan vestigen. Het resultaat is een natuurlijker bosbeeld door variatie in structuur en levensfase van de aanplant. Ook de ontwikkeling van braam wordt gestimuleerd.
Dood hout blijft liggen of staan, zo ontstaan er extra open plekken en wordt natuurlijke verjonging gestimuleerd. Soorten die profiteren van dood hout zoals diverse paddenstoelen, (korst)mossen en insecten kunnen hier hun leefgebied vinden.
Enkele specifieke doelsoorten van het gebied Krabbebossen die profiteren van een gevarieerd landschap zijn: levendbarende hagedis, sperwer en salamanders. Alle salamanders van Nederland komen hier voor, waaronder de kamsalamander. Ook kleine marterachtigen hebben baat bij een kleinschalig landbouw- en natuurgebied, zoals de wezel.