"Water tot aan de laarsrand, maar we hebben het ei gevonden"

Geurt Elemans is de vinder van het eerste Brabantse kievitsei. Al 25 jaar zet hij zich in voor de vrijwillige weide- en akkervogelbescherming in de omgeving van Ravenstein. Als ervaren vrijwilliger had hij goed in de gaten dat het eerste kievitsei niet lang meer op zich zou laten wachten. Op 1 maart was hij nog gaan kijken en had hij al wat "vlaggen" en "draaien" gezien - goede tekenen. Vandaag was het prachtig zonnig, en waren de kieviten volop aanwezig. Het was vandaag dus raak in Ravenstein. Eerder op de dag was Geurt nog in overleg met groepscoördinator en beheerder Cor van der Horst over het al dan niet het hoge waterpeil wat bij te stellen op de plasdras. De kieviten draaiden gisteren nog kuiltjes, vandaag legden ze dan toch echt hun eerste ei, en het moet niet té nat worden. In 2018 vond Geurt overigens ook al het eerste Brabantse kievitsei. 

Zonder vrijwilliger en agrariër geen bescherming 

"Voorheen was hier geen plasdras en dus ook geen kievit, tureluur of wulp. Nu weten ze deze plek in mooie aantallen te vinden. Het is absoluut de beste maatregel die we kunnen nemen voor weidevogels", aldus Tinus Pijnenburg, vrijwilliger uit de groep.  Beheerder van de plasdras Cor van der Horst beaamt dat. De schapen hebben net het gebied begraasd, zodat het gras kort het seizoen in gaat: helemaal klaar voor het weidevogelseizoen van 2024. Het gras kan nu weer langzaam groeien zodat de kievitkuikens straks hun weg makkelijk over de plasdras kunnen vinden. De vrijwilligersgroep in Ravenstein monitort al jaren de kritische weidevogels in het veld. Zo speuren Geurt en groepsgenoten de plasdras af naar onder meer de grutto en tureluur, en gaan ze ook omliggende reguliere landbouwpercelen af waarbij de samenwerking met agrariërs essentieel is. 

Weidevogelbescherming kent pieken en dalen 

Waar 2022 een daljaar was voor weidevogels zoals de kievit, was 2023 iets rooskleuriger. Doordat het tijdens het beschermingsseizoen zeer nat was op de percelen, moesten agrariërs hun werk op het land uitstellen. De vogels hadden dan ook alle rust om tot broeden te komen. Een bijkomend voordeel was de hoeveelheid voedsel die zich als vanzelf aandiende. Regenwormen en ander bodemleven werken zich bij grote hoeveelheden regen een weg naar boven. De weidevogels spekten hun vetreserves en hadden daarmee voldoende energie voor hun kroost. Zodoende zagen we in 2023 een lichte stijging in het aantal gevonden legsels ten opzichte van 2022; van 2400 legsels naar 2466, maar vooral heel veel vliegvlugge kuikens! In het weide- en akkervogeljaarverslag 2023 staan meer resultaten. 

Op www.boerenlandvogelsnederland.nl staan de aantallen gevonden nesten van de afgelopen vijf jaar.