Op donderdag 13 juli, vond in polder de Oude Doorn bij Almkerk de Publieksexcursie PARTRIDGE – Brabant plaats. ‘De Oude Doorn’ is één van de twee aangewezen demonstratiegebieden in Nederland. Het gebied ‘Burgh-Sluis’ in Zeeland is het andere gebied. Beide demonstratiegebieden (elk ongeveer 500 hectare groot) hebben ook een referentiegebied, waar de monitoring op dezelfde manier wordt uitgevoerd, maar waar geen extra maatregelen worden genomen.
Op de bres voor boerennatuur!
Partridge-excursie
In de Oude Doorn is sinds dit voorjaar ruim 7% van het oppervlak ingericht als habitat voor de patrijs en ander akkervogels. Het team achter het Interreg project liet de maatregelen in het veld zien, gaf uitleg over de tellingen en ging dieper in op biotoopbeheer. Zo’n 50 liefhebbers uit Brabant, Utrecht, Gelderland en Limburg kwamen op de excursie af.
Interreg project ‘PARTRIDGE’
Brabants Landschap, Stichting Landschapsbeheer Zeeland, Het Zeeuwse Landschap en Vogelbescherming Nederland hebben in oktober 2016 goedkeuring gekregen voor een groot grensoverschrijdend beschermingsproject om de boerenlandvogels te redden. Als ambassadeur, staat de patrijs hierin centraal. In Nederland is namelijk 95 procent van de patrijzen verdwenen als gevolg van schaalvergroting en intensivering van de landbouw. Ook in de ons omringende landen is de patrijs sterk in aantal afgenomen. Met PARTRIDGE willen natuurorganisaties in Engeland, Schotland, Duitsland, België en Nederland laten zien dat er op het moderne platteland nog wel degelijk toekomst is voor boerenlandvogels.
Combinatie van maatregelen
In het Land van Heusden en Altena zijn in het kader van PARTRIDGE speciale maatregelen genomen om de biodiversiteit op het boerenland te verbeteren. Keverbanken, wintervoedselgewassen, akkerranden, bloemblokken en struweelhagen moeten ervoor zorgen dat er het gehele jaar door voldoende voedselaanbod, schuilgelegenheid en broedgelegenheid is voor akkervogels. Jochem Sloothaak, projectcoördinator bij Brabants Landschap, legt uit dat de combinatie van bv. een keverbank met een bloemenblok ervoor zorgt dat de overlevingskans van akkervogels vergroot wordt. “Het gaat vooral om het aanbieden van jonge eiwitrijke kiemplantjes en het stimuleren van veel en verschillende soorten insecten. Hét voedsel voor (jonge) patrijzen en andere boerenlandvogels. Daarom wordt er ook insectenonderzoek uitgevoerd, want dat is dé basis van de voedselketen. We zien nu al fantastische resultaten in de potvallen! In de mengsels zitten naast granen en bloemen ook hoge tweejarige soorten zoals chicorei, kaardenbol, bladkool en honingklaver. Die zorgen voor een open structuur, maar toch voldoende dekking en wintervoedsel. Door gewassen 2 jaar te laten staan in plaats van jaarlijkse opnieuw te zaaien, ontstaat ‘winterdekking’, waardoor de kans op predatie afneemt.”
Planning
Over vier jaar (2020) moet er 30% meer biodiversiteit op het boerenland aanwezig zijn. Dat is één van de harde ‘targets’ in het project. Er is dan een ‘handboek’ ontwikkeld voor de maatregelen, de ruimtelijke verdeling en de aanpak van het beheer. Daarnaast wordt een gestandaardiseerde monitoring ontwikkeld en worden concepten uitgewerkt voor het betrekken van boeren en omwonenden. Door middel van een sociaaleconomische studie wordt tenslotte in kaart gebracht wat de beweegredenen zijn voor deelname aan agrarisch natuurbeheer, hoe het bedrijf eruit ziet en wat de verschillen zijn met de andere deelnemende landen.
Samenwerking
In Brabant wordt samengewerkt met ANV Altena-Biesbosch, Natuurbeschermingsvereniging Altenatuur, WBE Land van Altena, Waterschap Rivierenland, Molenstichting 'Het Land van Heusden en Altena' en de Provincie Noord-Brabant.